maken mee
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maken mee (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmakə(n) ˈme / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌma.kə(n).ˈme/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌma.kə(n).ˈme/
- (Limburg): /ˌma.kə(n).ˈme/
Woordafbreking
- ma·ken mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meemaken |
maken (…) mee
- meervoud tegenwoordige tijd van meemaken