maken gebruik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maken gebruik (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmakə(n) ɣəˈbrœyk / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ma·ken ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
- uit maken (werkwoord) en gebruik (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gebruikmaken |
maken (…) gebruik
- meervoud tegenwoordige tijd van gebruikmaken
Gangbaarheid
- Het woord maken gebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.