maait gras
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maait gras (hulp, bestand)
Woordafbreking
- maait gras
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grasmaaien |
maait (...) gras
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grasmaaien
- Jij maait gras.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grasmaaien
- Hij maait gras.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van grasmaaien
- Maait gras!