loodt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- loodt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afloden |
loodt (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloden
- Jij loodt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloden
- Hij loodt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afloden
- Loodt af!
Gangbaarheid
- Het woord 'loodt af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.