lobbyist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lob·by·ist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lobbyist | lobbyisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de lobbyist m
- (politiek) (beroep) iemand die deelneemt aan pressiegroepen
- oud-topman van failliete bank is lobbyist voor financieel centrum!!!
Verwante begrippen
- lobby, antirooklobby, autolobby, bouwlobby, ondernemerslobby, tabakslobby, wapenlobby
- lobbyactiviteit, lobbybeweging, lobbycircuit, lobbygroep, lobbying, lobbyisme, lobbyiste, lobbyorganisatie, lobbywerk
Gangbaarheid
- Het woord lobbyist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lobbyist" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %