lichtgewicht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- licht·ge·wicht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van licht en gewicht
stellend | |
---|---|
onverbogen | lichtgewicht |
verbogen | |
partitief | lichtgewichts |
Bijvoeglijk naamwoord
lichtgewicht [1]
- van lichte constructie of gewicht
- ▸ Het ging op de automatische piloot en in minder dan twee minuten stond mijn tent klaar; een lichtgewicht ontwerp van ‘Zpacks’, een klein bedrijf uit Florida.[2]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | lichtgewicht | |
verkleinwoord |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | lichtgewicht | lichtgewichten |
verkleinwoord | lichtgewichtje | lichtgewichtjes |
Zelfstandig naamwoord
lichtgewicht
- (sport) o gewichtsklasse van 66 tot 70 kg bij het boksen en worstelen
- (sport) m bokser of worstelaar van voornoemde klasse
Gangbaarheid
- Het woord lichtgewicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lichtgewicht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %