lesinhoud

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • les·in·houd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lesinhoud lesinhouden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lesinhoudm

  1. waar de les over gaat, de kennis of de vaardigheid die men wil aanleren bij de leerling
    • Waarom mag de politiek zich wel met de lesinhouden van cultuurvakken als geschiedenis bemoeien en niet met die van bijvoorbeeld natuurkunde? Het antwoord staat expliciet in het regeerakkoord. Omdat we 'trots'zijn op 'die historie en waarden'. Het zijn de 'ankers van de Nederlandse identiteit in tijden van globalisering en onzekerheid'. Geschiedenis krijgt hiermee dus een instrumentele waarde. Het bakent een 'wij'af tegen een 'zij', een nostalgisch, naar binnen gekeerd Nederland tegen die grote, boze buitenwereld.[1] 
    • Een deel van deze stress ontstaat doordat de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) de vage kaders van de wet rondom verplichte lesinhoud expliciteert. Aan de hand van de door hen uitgebreid uitgewerkte lesprogramma's worden schoolboeken geschreven en ontwierp ook ik een tijdje mijn lessenreeksen.[2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Volkskrant Leonieke Vermeer 9 november 2017
  2. Volkskrant Albert Mark van Leeuwen is docent filosofie. 12 februari 2016,
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be