lenswater
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lens·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lens ww en water [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lenswater | - |
verkleinwoord | lenswatertje | lenswatertjes |
Zelfstandig naamwoord
het lenswater o
- (scheepvaart) water dat in het ruim van het schip gelopen is en zodoende met een lenspomp eruit moet worden gepompt
Gangbaarheid
- Het woord 'lenswater' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.