lek uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lek uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitlekken |
lek uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlekken
- Ik lek uit.
- gebiedende wijs van uitlekken
- Lek uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlekken
- Lek je uit?
Gangbaarheid
- Het woord lek uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.