leesmateriaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lees·ma·te·ri·aal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lezen ww en materiaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leesmateriaal | leesmaterialen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het leesmateriaal o
- teksten die men kan lezen
- ▸ Ik was juist bezig wat leesmateriaal door te nemen.[1]
- ▸ Ook leesmateriaal dat niet te maken heeft met de afzettingsprocedure mag niet mee naar binnen. Op deze manier is er zo min mogelijk kans op afleiding van buitenaf. Daarnaast is ook mediatoegang tot het proces beperkt, tot grote verontwaardiging van journalisten. Zo mogen ze senatoren in de wandelgangen niet meer aanschieten en vragen stellen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord leesmateriaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Uit kille berekening” (1995), Van Holkema & Warendorf , ISBN 9026973144
- ↑ Weblink bron “Strak tijdschema, stil zijn en geen mobiel: de impeachment-procedure in de Senaat” (Dinsdag 21 januari 2020, 12:43), NOS