lanceren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lan·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afvuren’ voor het eerst aangetroffen in 1887 [1]
  • afgeleid van het Franse lancer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lanceren
lanceerde
gelanceerd
zwak -d volledig

Werkwoord

lanceren

  1. overgankelijk (militair), (ruimtevaart) (van raketten en torpedo's) afschieten.
    • De raket werd 's avonds gelanceerd. 
     Ruimtevaartorganisatie NASA is klaar met het uitvoeren van tests met zijn Space Launch System-raket (SLS). De raket wordt vermoedelijk eind augustus gelanceerd.[4]
  2. overgankelijk publiceren, de wereld in sturen
    • Microsoft Office 2010 wordt in juni gelanceerd. 
     Het was 12 februari, een paar weken voor de corona-pandemie Nederland bereikte, en D66-Kamerlid Maarten Groothuizen lanceerde zijn plan: Voor grip op arbeidsmigratie. Ondertitel: Voor veilige, georganiseerde en tijdelijke arbeidsmigratie.[5]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. "lanceren" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Wiktionnaire
  3. lanceren op website: Etymologiebank.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 26 juni 2022 Weblink bron “NASA is klaar met uitvoeren van tests met maanraket” (27 juni 2022), NU.nl
  5. Bronlink Weblink bron
    Maite Vermeulen
    “Dit is een oplossing voor vergrijzing, armoede én mensensmokkel. Maar bijna niemand wil er aan” (21/5/2020), De correspondent
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be