kregen terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kre·gen te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugkrijgen

kregen terug

  1. meervoud verleden tijd van terugkrijgen
    • Wij kregen terug. 
    • Jullie kregen terug. 
    • Zij kregen terug. 


Gangbaarheid