koop om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koop om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omkopen

koop om

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkopen
    • Ik koop om. 
  2. gebiedende wijs van omkopen
    • Koop om! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkopen
    • Koop je om? 


Gangbaarheid