kookt uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kookt uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitkoken |
kookt (...) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkoken
- Jij kookt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkoken
- Hij kookt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkoken
- Kookt uit!
Gangbaarheid
- Het woord kookt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.