knuppel dood

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knup·pel dood
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doodknuppelen

knuppel (...) dood

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodknuppelen
    • Ik knuppel dood. 
  2. gebiedende wijs van doodknuppelen
    • Knuppel dood! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodknuppelen
    • Knuppel je dood? 

Gangbaarheid