knarsend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knar·send

Werkwoord

vervoeging van: knarsen
verbogen vorm: knarsende

knarsend

  1. onvoltooid deelwoord van knarsen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knarsend knarsender knarsendst
verbogen knarsende knarsendere knarsendste
partitief knarsends knarsenders -

Bijvoeglijk naamwoord

knarsend

  1. een piepend, malend geluid makend alsof je de kiezen met kracht over elkaar wrijft
    • Personeel heeft hij niet meer. Van Dorth werkt nu alleen in zijn bedrijfspand aan de Gildenweg in Wierden. "Ik ben altijd een einzelgänger geweest," verzucht de doorzetter. Wanneer Van Dorth de "tape loader" inschakelt, komt het reusachtige apparaat knarsend en piepend op gang. Het is een kolos uit de jaren tachtig. [1] 
    • Comfort: Licht knarsende transmissiegeluid is verdwenen, achteruitrijcamera is nu standaard. [2] 
    • Met alleen een konijn als reisgenoot zat de 12-jarige Roelof Kamphuis een stripboek te lezen in de intercity, toen die midden in Drenthe knarsend tot stilstand kwam. Kamphuis was in 1977 de jongste gijzelaar bij de Molukse treinkaping bij De Punt. In De Telegraaf vertelt hij voor het eerst zijn verhaal. Vandaag begint een rechtszaak die nabestaanden van de daders hebben aangespannen tegen de Nederlandse Staat. [3] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia J. de Kleine 10 december 2015 Kees gelooft nog heilig in 'warme' cassettebandjes
  2. De Telegraaf T. Kuijpers 8 november 2012 Getest: Nissan GT-R
  3. De Telegraaf S. Schoonhoven 03 november 2016 Jongste gijzelaar De Punt: ’Ik voelde zijn spanning’