klauwaap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klauw·aap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klauwaap klauwapen
verkleinwoord klauwaapje klauwaapjes

Zelfstandig naamwoord

de klauwaapm

  1. Callitrichinae op Wikispecies een onderfamilie van de familie kapucijnapen, doodshoofdaapjes en klauwaapjes (Cebidae), het zijn aapjes die klauwtjes hebben in plaats van vingers met nagels
     Een opmerkelijke verstekeling aan boord van een vlucht van Florida naar New York: iemand had een klauwaapje meegesmokkeld. Het dier gedroeg zich zo voorbeeldig, dat het gewoon op een stoel mocht gaan zitten. De passagiers hebben nog nooit zo’n leuke vlucht gehad.[2]
     Een witoorpenseelaapje behoort tot de klauwapen, is piepklein en leeft in de Amazone-oerwouden in Brazilië. Het diertje uit Zevenaar is naar apenopvang AAP gebracht.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Ongewenste passagiers in een vliegtuig” (11 sep. 2013), De Telegraaf
  3. Bronlink Weblink bron “Witoorpenseelaapje gevonden in huis Zevenaar” (23 jan. 2014), De Telegraaf
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be