kerkpad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerk·pad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkpad | kerkpaden |
verkleinwoord | kerkpaadje | kerkpaadjes |
Zelfstandig naamwoord
het kerkpad o
- kleine wandelpaden die de kortse verbinding vormden van de boerderij naar de kerk
- Ook de Kaapse Bossen bij Doorn nodigen u uit voor een wandeling op 26 december. Hier loopt u over kronkelige bospaden, statige beukenlanen en historische kerkpaden. Loof- en naaldbomen, heideveld en boswallen wisselen elkaar af. Klim de 26 meter hoge uitkijktoren De Kaap op en u heeft uitzicht over bijna de hele Utrechtse Heuvelrug. Van de Amerongse Berg in het oosten tot de Domtoren van Utrecht in het westen. Bij helder weer is zelfs de Rijn te zien[2]
- Kortom, wèg van de gebaande wegen. Neem nou de Schieveenpolder. Daar in Delfland ligt de Bergboezem. Vroeger moeras en veenplas, nu kun je over zompige kreekruggen wilde tochten maken, die op geen kaart staan. Ook het Kerkpad van Weipoort naar Zuidbuurt is Holland op z’n mooist.[3]
Gangbaarheid
- Het woord kerkpad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kerkpad" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 27 dec. 2015
- ↑ de Telegraaf KENNETH STAMP 13 okt. 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be