kassei
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·sei
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands cautsiede, in de betekenis van ‘straatsteen’ voor het eerst aangetroffen in 1300 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kassei | kasseien |
verkleinwoord | kasseitje | kasseitjes |
Zelfstandig naamwoord
- straatkei gemaakt van natuursteen met de grootte van het hoofd van een kind en een afgeronde bovenkant
- De Strade Bianche is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een klassieker onder de klassiekers - vanwege de heroïsche taferelen onderweg, maar toch ook omdat spektakel gegarandeerd is. Adriaan Helmantel, ploegleider bij Team Sunweb: „In wedstrijden als Luik-Bastenaken-Luik of de Amstel Goldrace kun je met zes man een heuvel op rijden. Dat gaat ’m hier niet worden, met die grindpaden. Hier wordt altijd koers gemaakt. Dat maakt het gaaf om naar te kijken.” Gaaf, maar niet voor iedereen weggelegd. „Je hebt heel speciale vaardigheden nodig om hier goed te zijn”, zei Cancellara. Hij herinnerde zich de grote mentale vermoeidheid. „Net als met de kasseien in Parijs-Roubaix. Dat vergt enorme concentratie.” [4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. straatkei gemaakt van natuursteen met de grootte van het hoofd van een kind
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kasseien |
kassei
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kasseien
- Ik kassei.
- gebiedende wijs van kasseien
- Kassei!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kasseien
- Kassei je?
Gangbaarheid
- Het woord kassei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kassei" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kassei op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kassei" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ NRC Dennis Meinema 6 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 78 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %