kabeltrein
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kabeltrein (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·bel·trein
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kabel en trein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabeltrein | kabeltreinen |
verkleinwoord | kabeltreintje | kabeltreintjes |
Zelfstandig naamwoord
de kabeltrein m
- (spoorwegen) trein die over een spoorweg rijdt en wordt voortgetrokken door een kabel
- Op 13 juli 1900 ging de eerste kabeltrein omhoog.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'kabeltrein' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.