janker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jan·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | janker | jankers |
verkleinwoord | jankertje | jankertjes |
Zelfstandig naamwoord
de janker m
Synoniemen
- [1] jankerd
Gangbaarheid
- Het woord janker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.