internetjournalistiek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·jour·na·lis·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internet en journalistiek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internetjournalistiek | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de internetjournalistiek v
- (media) journalistiek via het internet, over het internet of met internet als bron
- De internetjournalistiek heeft nog altijd geen beste reputatie.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. journalistiek via het internet, over het internet of met internet als bron
stellend | |
---|---|
onverbogen | internetjournalistiek |
verbogen | internetjournalistieke |
Bijvoeglijk naamwoord
internetjournalistiek
- met betrekking tot de bovenstaande vorm van journalistiek
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord internetjournalistiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.