interim-trainer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·te·rim-trai·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord interim-trainer interim-trainers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de interim-trainerm

  1. (beroep) (sport) iemand die oefenmeester is in de periode tussen het ontslag van de vorige oefenmeester en de aanstelling van zijn opvolger
     Na afloop van de training van FC Utrecht vertelt interim-trainer René Hake over het mogelijke vertrek van John van den Brom naar het Belgische Racing Genk.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Hake voorlopig interim-trainer bij FC Utrecht: 'Wonderlijke voetbalwereld'” (VR 6 NOVEMBER), NOS