installatiekost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·stal·la·tie·kost
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van installatie zn en kost zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | installatiekost | installatiekosten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de installatiekost m
- (verouderd) (economie) uitgaven die men maakt bij het plaatsen van toestellen zodat ze hun functie kunnen verrichten
Gangbaarheid
- Het woord installatiekost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.