inkoopcombinatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·koop·com·bi·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkoopcombinatie inkoopcombinaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inkoopcombinatiev

  1. groep bedrijven of organisaties die samen hun inkopen doen bij producenten
     Een belangrijke oorzaak daarvoor is dat zorgverzekeraars en gemeenten vaak minder zorg vergoeden dan de ggz levert. Dat blijkt uit een analyse van de jaarverslagen van 238 ggz-instellingen door een accountantskantoor en inkoopcombinatie Intrakoop.[1]
     Vooral de Belgische consument gaat dus het voordeel van de overname merken, verwacht Buitenhuis. Dat heeft volgens de analist van zakenbank Kempen & Co vooral te maken met de grotere inkoopcombinatie die nu ontstaat. "Je bent twee keer zo groot en kunt dus tegen leveranciers zeggen: luister, misschien moet je voor mij een andere prijs gaan rekenen dan hiervoor. Daardoor kan het zomaar zijn dat de Delhaize wat goedkoper wordt."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Ggz-instelling behandelt steeds vaker patiënten zonder betaald te worden” (Vrijdag 30 augustus 2019, 13:40), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “'Binnenkort kreeft te koop in de Bonus'” (Woensdag 24 juni 2015, 09:08), NOS