inkomensdaling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ko·mens·da·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkomensdaling inkomensdalingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inkomensdalingv

  1. vermindering van de hoeveelheid geld die men verdient
     PvdA, SP, CDA, GroenLinks en de ChristenUnie hadden de minister daarom gevraagd. De partijen willen dat mensen in een sociale huurwoning die bijvoorbeeld door het verlies van hun baan met een inkomensdaling worden geconfronteerd, minder huur hoeven te betalen .[1]
     Ook coalitiepartij PvdA wil een aanpassing van het oorspronkelijke plan. De PvdA stelt de eis dat bij inkomensdaling de huur omlaag kan.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Blok onderzoekt ook huurverlaging” (Donderdag 7 februari 2013, 18:24), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Overleg kabinet en CDA 'moeizaam'” (Zondag 10 februari 2013, 14:48), NOS