ingroen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·groen
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

ingroen o

  1. (plantkunde), (verouderd) naam voor planten uit het geslacht zenegroen (Ajuga op Wikispecies[1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ingroen - -
verbogen ingroene - -

Bijvoeglijk naamwoord

ingroen

  1. heel groen
    • Zie, hoe die weiden zich tapijten, zoo ingroen als vlas. [2]
Opmerkingen

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en ingroen.

Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen