ijsklont
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ijs·klont
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijs en klont
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsklont | ijsklonten |
verkleinwoord | ijsklontje | ijsklontjes |
Zelfstandig naamwoord
- stuk ijs
- Hij gooit een ijsklontje in zijn limonade.
Gangbaarheid
- Het woord ijsklont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsklont" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be