huwelijkszwendelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hu·we·lijks·zwen·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huwelijk en zwendelaar met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huwelijkszwendelaar | huwelijkszwendelaars |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de huwelijkszwendelaar m
- iemand die vrouwen en meisjes oplicht met een voorgespiegeld huwelijk en daarvoor vaak ook nog geld en goederen afhandig probeert te maken
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord huwelijkszwendelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.