houtkachel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: houtkachel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈhɑutkɑxəl/
Woordafbreking
- hout·ka·chel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hout en kachel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtkachel | houtkachels |
verkleinwoord | houtkacheltje | houtkacheltjes |
Zelfstandig naamwoord
- toestel waarin hout wordt verbrand om een ruimte te verwarmen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord houtkachel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.