hoofdpostkantoor

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hoofdpostkantoor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hoofd·post·kan·toor

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hoofd zn  en  postkantoor zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hoofdpostkantoor	hoofdpostkantoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hoofdpostkantoor o

1. een van de 250 zelfstandige postkantoren van Nederland

   ▸ Verwacht werd dat het eind 2012 zover zou zijn, maar het opzetten van de postagentschappen in winkels ging sneller dan gedacht. Voor elk zelfstandig postkantoor is nu gemiddeld genomen 2,5 servicepunt in de plaats gekomen. Er waren in Nederland ongeveer 250 zelfstandige postkantoren, de zogenoemde hoofdpostkantoren.

2. belangrijk postkantoor

   ▸ Eerder vandaag bezetten aanhangers van de oppositie het hoofdpostkantoor in Kiev. De regering van president Janoekovitsj eist dat de oppositie alle bezette overheidsgebouwen vrijgeeft.

Gangbaarheid

• Het woord hoofdpostkantoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.