homohaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·mo·haat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | homohaat | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de homohaat m
- gevoel van vijandschap richting mensen die houden van mensen van hetzelfde geslacht
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.