hokjesmentaliteit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hok·jes·men·ta·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hokjesmentaliteit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hokjesmentaliteitv

  1. een manier van denken waarbij men iemand in één categorie plaatst en hem daarmee volledig denkt te hebben beschreven
    • Niet iedere buitenstaander denkt misschien meteen aan Van Eerd bij een bloedserieuze rol als deze, ook al maakte hij indruk als Pilatus in The Passion. Ik sta altijd overal voor open, maar in Nederland is die hokjesmentaliteit. Heb je veel komedie gespeeld, dan denken ze er vaak niet aan om je voor iets anders te vragen.[1] 
    • Ook geloof en wetenschap waren niet aan elkaar tegenstrijdig; eerder ontstond de wetenschappelijke nieuwsgierigheid uit bewondering voor de schepping. In die sfeer maakte Merian haar aquarellen en prenten. Kunsthistoricus en kunstcriticus Ella Reitsma stelde de tentoonstelling samen met een vergelijkbaar gebrek aan hokjesmentaliteit als Merian. Reitsma’s interesse geldt zowel de kunst als de natuur – en het feit dat Merian een stoere vrouw was natuurlijk.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 02 apr. 2017
  2. Volkskrant Wieteke van Zeil 29 februari 2008
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be