hoender

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoen·der
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] oorspronkelijk een meervoudsvorm van  hoen zn , die na verloop van tijd niet meer als meervoud werd herkend [1] [2]
  • [2] afgeleid van  hoen zn  met het achtervoegsel -er, vermoedelijk omdat het oorspronkelijk voor het vervoer van pluimvee werd gebruikt [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord hoender hoenders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hoenderm

  1. (hoendervogels) benaming voor vogels uit de orde Galliformes op Wikispecies, van meest op de grond levende vogels
  2. (landbouw) diepe mand voor het vervoer van kersen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
   1. zie: hoen   

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen