hieven op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hie·ven op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opheffen

hieven op

  1. meervoud verleden tijd van opheffen
    • Wij hieven op. 
    • Jullie hieven op. 
    • Zij hieven op. 


Gangbaarheid