herenonderbroek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- he·ren·on·der·broek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heer en onderbroek met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herenonderbroek | herenonderbroeken |
verkleinwoord | herenonderbroekje | herenonderbroekjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) een onderbroek die door mannen wordt gedragen
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'herenonderbroek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.