heffingskorting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hef·fings·kor·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heffingskorting heffingskortingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de heffingskortingv

  1. (economie) vermindering van de te betalen belastingen
     "Bij de inkomens van 1000 tot 1500 euro gaat het vaak om parttimers", zegt Dick van Leeuwerden van ADP. "Zij kunnen bij de belastingopgave over 2018 misgelopen heffingskorting terugvragen. Dat levert iemand met een loon van 1500 euro zo'n 20 euro per maand op."[1]
     Ook bij GroenLinks en de PvdA daalt de ongelijkheid flink, onder meer door een hogere aow, bijstand en algemene heffingskorting. Bij de VP, D66, ChristenUnie en Denk daalt de ongelijkheid ook ten opzichte van het basispad, maar wat minder.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Maandsalaris meeste werknemers met een paar euro's omhoog” (Donderdag 4 januari 2018, 11:15), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Kies je voor meer banen, minder ongelijkheid of betere overheidsfinanciën?” (Donderdag 16 februari 2017, 15:28), NOS