heek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- heek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heek | heken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de heek m
- (straalvinnigen) (voeding) bepaald soort kabeljauwachtige zoutwatervis, Merluccius merluccius (wikidata: heek )
Synoniemen
Hyperoniemen
- heken, kabeljauwachtigen, kabeljauwachtige beenvissen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
Verwante begrippen
- antarctische diepzeeheek, Argentijnse heek, Australische heek, benguelaheek, Noordwestatlantische heek, Pacifische heek, Senegalese heek, Tasmaanse heek, witte heek, Zuid-Afrikaanse heek
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- Indien heek wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep heken zie dan Hyponiemen heken
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord heek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heek" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ heek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 62 %
- Prevalentie Vlaanderen 41 %