havengebonden

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen havengebonden havengebondener havengebondenst
verbogen havengebondenste
partitief havengebondens havengebondeners -

Bijvoeglijk naamwoord

havengebonden

  1. van iets dat het onlosmakelijk verbonden is met een haven
     Vakbond FNV Havens heeft betrokken partijen overgehaald het schip de toegang tot de Amsterdamse haven te weigeren. Gisteren deed de vakbond dezelfde oproep aan Rotterdamse havenwerkers. Volgens het Amsterdamse havenbedrijf Port of Amsterdam is het "aan de terminal en andere havengebonden bedrijven zoals de slepers en medewerkers van de loods om te besluiten of zij de lading van het schip willen lossen". Het personeel van het havenbedrijf, zoals de sluiswachters en verkeersleiders, is verplicht om het schip af te handelen als het naar Amsterdam komt.[1]
     Port of Twente, de vereniging van havengebonden bedrijven in de regio, reageert volgens Schuttevaer teleurgesteld.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2023 Weblink bron “Havenmedewerkers Amsterdam weigeren schip met Russische diesel te lossen” (Zaterdag 30 april 2022, 10:22), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 december 2023 Weblink bron “'Verruiming Twentekanalen anderhalf jaar vertraagd'” (24-12-2017), Tubantia