handwas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·was
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handwas handwassen
verkleinwoord handwasje handwasjes

Zelfstandig naamwoord

de handwasm

  1. was die je niet in een wasmachine was, of die je laat wassen met het handwasprogramma van de wasmachine
    • Met het wasmiddel Wheel hoopt de Nederlands-Britse onderneming omzet- en winstgroei in Azië en Zuid-Amerika te realiseren. Het product wordt met goedkope grondstoffen en in goedkope fabrieken geproduceerd. Het is bestemd voor de handwas want de doelgroep beschikt niet over een wasmachine. De prijs van het produkt twee zo laag als een vergelijkbaar wasmiddel in Nederland. [1] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC 7 mei 1997
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be