halveliterglas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hal·ve·li·ter·glas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halveliterglas halveliterglazen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

halveliterglas

  1. een glas met een inhoud van 500 mililiter; een glas met een inhoud van 50 centiliter
     Het café zag er in al zijn exotische alledaagsheid uit als een filmcoulisse, vlak boven zijn hoofd hing een opgezet hert, schilderijen met dieren in een bergomgeving aan de gelambriseerde muren, het publiek zag eruit als figuranten in een film, sterke vrouwenarmen die overvolle dienbladen droegen met halveliterglazen bier alsof ze alleen maar melk voor de koffie rondbrachten, het geroezemoes van de vreemde taal, iemand aan een naburig tafeltje vertelde heel luid een verhaal waar hij natuurlijk geen woord van begreep maar toch om lachte toen de toehoorders in lachen uitbarstten, zich op de knie sloegen en hun schuimende bierglazen ophieven.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535