halsbom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hals·bom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hals zn en bom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halsbom | halsbommen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een om de hals van een slachtoffer aangebrachte bom die op afstand tot ontploffing gebracht kan worden
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord halsbom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.