halfschaduw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: halfschaduw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- half·scha·duw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfschaduw | halfschaduwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- plaats waar maar weinig direct licht aanwezig is
- ▸ De foto was door een beroepsfotograaf in een studio gemaakt, gezicht gevat in een sombere halfschaduw, als van een filmster.[2]
Gangbaarheid
- Het woord halfschaduw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.