had deel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- had deel
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deelhebben |
had deel
- enkelvoud verleden tijd van deelhebben
- Ik had deel.
- Jij had deel.
- Hij, zij, het had deel.
- Ik had deel.
Gangbaarheid
- Het woord had deel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.