grootbladig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grootbladig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrodbladəx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- groot·bla·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grootbladig | grootbladiger | grootbladigst |
verbogen | grootbladige | grootbladigere | grootbladigste |
partitief | grootbladigs | grootbladigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grootbladig
- (plantkunde) waarvan de bladeren meer oppervlak hebben dan verwante soorten
- ▸ De grootbladige soort, Rumex acetosa, is een veredelde vorm van de soort die overal in Europa in het wild groeit; de Franse soort is R. scutatus, met kleiner blad en volgens kenners fijner van smaak.[2]
- met bladeren die veel oppervlak hebben
- ▸ In gras herkent de computer onkruid als volgt: hij herkent de patronen tussen gewassen. Tussen grassprieten is die afstand klein. De computer telt deze afstanden. Als er een grootbladig onkruidgewas tussen zit, registreert de computer een onderbreking van dat patroon.[3]
- ▸ Hij toont grote koperen platen waarop grootbladige planten wegzinken in bruin en donkergoud.[4]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
- [1] grootbladige berk
- [1] grootbladige linde
Gangbaarheid
- Het woord grootbladig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sarah Hart“Zuring” (1 juni 1996) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Karlijn RaatsNederland wordt steeds slimmer! Onkruidbestrijder herkent onkruid op eigen houtje in: Fieldmanager : vakblad voor sportveldbeheer, jrg. 7 nr. 5A (2011), NWST NeWSTories bv, Nijmegen, p. 38 kol. 3
- ↑ Weblink bron Anna Tilroe“Bouwen voor performers” (8 maart 2002) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal