grondruil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grond·ruil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grondruil grondruilen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grondruilm

  1. ruil waarbij eigenaren van stukken grond deze met elkaar ruilen; uitwisseling van stukken grond
     De gemeente ging begin jaren 70 in de fout bij een deal over een grondruil, waardoor het betonpalenbedrijf uiteindelijk niet kon uitbreiden. De strijd over de hoogte van de schadeclaim loopt al bijna 42 jaar, schrijft RTV Utrecht.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Vijfheerenlanden verliest zaak na ruim 40 jaar procederen, moet 80 miljoen euro betalen” (Dinsdag 15 december 2020, 11:59), NOS