groentehal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: groentehal (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣruntəˌhɑl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- groen·te·hal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groente zn en hal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groentehal | groentehallen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) markthal waar men groentes verkoopt
- ▸ Een dag later pakte de politie nog eens duizend werknemers op in een groentehal in Moskou, waar veel mensen uit de Kaukasus werken. Die actie werd gezien als een signaal aan burgers dat de politie de moord op de Rus serieus neemt.[1]
- ▸ In het oog springend was de actie van de Vriezenveense kunstenaar Hans Jansen. Hij tracht door middel van de verkoop van etsen bij te dragen aan het behoud van de voormalige synagoge aan de Almeloseweg. Dit bijna vergeten historische monument doet al jaren dienst als opslagruimte voor groentehal Arends.[2]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord groentehal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “"Azeri achter moord op Rus"” (15-10-2013), NOS
- ↑ Weblink bron “Kunstmarkt geeft inkijkje in cultuur Twenterand” (17-12-2007), Tubantia
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal