grijsbrauwbreedbek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- grijs·brauw·breed·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijsbrauwbreedbek | grijsbrauwbreedbekken |
verkleinwoord | grijsbrauwbreedbekje | grijsbrauwbreedbekjes |
Zelfstandig naamwoord
de grijsbrauwbreedbek m
- (zangvogels) Serilophus rubropygius een zangvogel uit de familie Eurylaimidae (breedbekken en hapvogels). De vogel werd in 1834 door de Britse natuuronderzoeker Brian Houghton Hodgson geldig beschreven
Hyperoniemen
- breedbekken en hapvogels, schreeuwvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'grijsbrauwbreedbek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.