goudkoers

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goud·koers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord goudkoers goudkoersen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de goudkoersm

  1. (economie) de waarde van een standaard hoeveelheid goud op een bepaald moment uitgedrukt in een bepaalde hoeveelheid geld
     De tak van Al-Qaida in Jemen belooft drie kilo goud aan de moordenaar van de Amerikaanse ambassadeur in dat land. Dat is omgerekend naar de goudkoers ruim 120.000 euro. Als je een Amerikaanse soldaat doodt kun je 17.000 euro bijschrijven.[1]
  2. (sport) het op weg zijn naar het behalen van een gouden medaille
     Ze hadden in deze periode op olympische goudkoers moeten liggen in Tokio: Laser Radial-zeilster Marit Bouwmeester, windsurfer Kiran Badloe en het in de 49erFX-klasse varende duo Annemieke Bekkering/Anette Duetz.[2]
     Kampschreur zelf zag ook al een gouden medaille aan de horizon glinsteren, nadat hij in de eerste run de tweede tijd had neergezet. "Ik durf te wedden dat ik op goudkoers lag, en nu lig ik eruit", is zijn teleurgestelde reactie. "Ik had echt heel veel vertrouwen in vandaag, echt heel veel. Het is enorm teleurstellend dat dit gebeurde."[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “'Drie kilo goud voor dood VS-ambassadeur'” (Maandag 31 december 2012, 08:48), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Uitstel Spelen dwingt topzeilers tot 'slim trainen' en 'stappen maken'” (Maandag 3 augustus 2020, 06:16), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Ogen waren gericht op Kampschreur, maar De Langen steelt de show in Peking” (Zondag 13 maart 2022, 09:35), NOS