godenzoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • go·den·zoon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord godenzoon godenzonen
godenzoons
verkleinwoord godenzoontje godenzoontjes

Zelfstandig naamwoord

de godenzoonm

  1. (mythologie) mannelijke nazaat van een god en een godin
  2. (mythologie) mannelijke nazaak van een god en een mens
  3. (voetbal) bijnaam voor een speler van Ajax
     Voorafgaand aan een wedstrijd tussen Ajax en Feyenoord werd de pop met een koord om zijn nek opgehangen. Hij had een T-shirt aan. Op de voorkant van het shirt stond 'NSB', verwijzend naar de overstap van Kenneth Vermeer van Ajax naar Feyenoord. Er hing ook een spandoek met de tekst 'van godenzoon naar hoerenzoon'.[1]
     Al sinds hij het zich kan heugen, is Patrick Ajax-fan. "Ja, zo geboren. Dat zit er gewoon in." Ondanks dat hij in Brabant geboren en getogen is, zal Ajax zijn club blijven. "Het is dé club van Nederland, sowieso. Amsterdam, de godenzoon he. Dat is er met de paplepel ingegoten."[2]


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “Werkstraf geëist voor ophangen pop Feyenoord-doelman Vermeer” (Woensdag 24 augustus 2016, 10:14), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 januari 2024 Weblink bron “'Ik word helemaal gek!' Ajax-fans fantaseren over winst” (Woensdag 24 mei 2017, 20:43), NOS